Leven als kat en hond

Katten zijn heel anders dan honden. Honden accepteren een nieuwe huisgenoot vrij snel. Katten hebben de tijd nodig om te wennen, is mijn ervaring. Hoewel het niet altijd te voorspellen is en een van mijn katten een nieuwe hond makkelijker accepteert dan een nieuwe kat. Lykke (spreek uit: Luuke= Noors voor geluk) is onze stoerste kat om te zien. Groot en een boel vacht, een beetje een wild uiterlijk. Maar schijn bedriegd. Hij is in werkelijkheid heel zachtaardig, gemoedelijk en beleefd. Honden kende hij niet tot hij 10 maanden was en bij ons kwam wonen. Hij schrok zo, dat hij bij de eerste ontmoeting letterlijk de gordijnen in vloog. Maar al snel had hij door dat hij van de honden niks te vrezen had. Jazzy vond en vindt hij eigenlijk te druk. Hij laat haar met rust en zij hem. Aan de ene kant doet ze dat omdat er met hem toch niks te beleven valt (hij zal echt nooit met een hond gaan spelen) en aan de andere kant omdat het moet van mij. Fynn is geboren in een huis met honden. Hij vindt ze geweldig en heeft meer met de honden dan met zijn mede-kat. Bezoekhonden weten vaak niet zo goed wat ze moeten als ze worden begroet door deze grijze spinner en al helemaal niet als hij met ze wil spelen. Rowyn werd dan ook vrijwel meteen geaccepteert door Fynn. Al snel renden ze samen door de tuin. Van de week is het me eindelijk gelukt om foto's van die twee te maken: